Familierecht

 
 
Het familierecht omvat verschillende zaken waarmee mensen in aanraking kunnen komen. Men denke daarbij aan aangename zaken als trouwen, samenwonen of adoptie maar ook aan minder aangename zaken als scheiden, alimentatie, ouderlijk gezag, omgangsregelingen en verdeling dan wel verrekening van vermogens.
 

 

Kinderen

 

Ouderschapsplan

De relatie tussen een ouder en een kind is uniek en verdient daarom speciale aandacht. Ouders en kinderen hebben er belang bij dat hun band ook na een scheiding blijft voort bestaan. Wanneer ouders gaan scheiden, dienen zij samen in het belang van hun kinderen afspraken te maken over zaken die hun kinderen aan gaan, zoals de hoofdverblijfplaats van de kinderen, de verblijfsregeling van de kinderen alsook de kosten van de kinderen (kinderalimentatie). De ouders dienen hun afspraken betreffende hun kinderen vast te leggen in een zogenaamd ouderschapsplan. 

Kinderalimentatie 

Ouders hebben een onderhoudsplicht ten opzichte van hun kinderen. Deze onderhoudsplicht loopt in beginsel door totdat de kinderen de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. Als ouders gaan scheiden, is het uitgangspunt dat de kinderen daardoor er financieel zo min mogelijk op achteruit mogen gaan.

Voor het vaststellen van een kinderalimentatie is het eerst van belang dat de bepaald wordt wat de behoefte van een kind is. Deze behoefte kan aan de hand van bepaalde richtlijnen uit het zogenaamde Trema-rapport (welk rapport ook door de rechterlijke macht wordt gehanteerd) worden berekend. Nu deze behoefte naar rato van draagkracht van elk der ouders dient te worden voldaan, zal vervolgens per ouder een draagkrachtberekening moeten worden opgesteld. 

Voor het opstellen van een ouderschapsplan dan wel het berekenen van een kinderalimentatie of een wijziging daarvan staat mr. Tjalma u graag bij. 

 

Partneralimentatie



In het geval van een echtscheiding (of een ontbinding van het geregistreerde partnerschap) kan de ene partij worden verplicht om een onderhoudsbijdrage (partneralimentatie) aan de andere partij te betalen. Het betalen van een partneralimentatie is aan de orde als de ene partij gedurende het huwelijk (of het geregistreerde partnerschap) niet of veel minder heeft gewerkt en daardoor minder inkomsten had dan de andere partij. De partij met het meeste inkomen zal de andere partij na het huwelijk in beginsel een onderhoudsbijdrage moeten voldoen om het verschil in inkomen zoveel mogelijk op te heffen. Voor het vaststellen van een behoefte aan een partneralimentatie dient gekeken te worden naar de huwelijksstandaard tijdens de laatste jaren van het huwelijk. Vervolgens dient berekend te worden of er voldoende draagkracht bestaat aan de zijde van de meest verdienende partij. In het geval er zowel kinderalimentatie als partneralimentatie dient te worden voldaan, wordt op grond van de wet eerst de hoogte van de kinderalimentatie vastgesteld en het daarna resterende bedrag aan draagkracht wordt aangewend voor de partneralimentatie.

Wanneer het huwelijk (of het geregistreerde partnerschap) langer dan vijf jaar heeft geduurd en/of als er kinderen zijn geboren dan is de termijn om partneralimentatie te voldoen twaalf jaar, gerekend vanaf de datum waarop de echtscheiding onherroepelijk is geworden. Was de duur van het huwelijk korter dan vijf jaar en zijn er geen kinderen uit het huwelijk geboren dan is de termijn voor het betalen van een partneralimentatie gelijk aan de duur van het huwelijk.

In de afgelopen jaren is in de politiek gediscussieerd over het verkorten van de termijn voor het betalen partneralimentatie naar maximaal vijf jaar. Op 11 december 2018 heeft de Tweede Kamer de Wet herziening partneralimentatie aangenomen. De beoogde ingangsdatum van het nieuwe regime is 1 januari 2020.
 
Een wijziging van omstandigheden (bijvoorbeeld een vermindering van inkomen wegens ontslag of anderszins of een geboorte van nieuwe kinderen) kan er toe leiden dat de oorspronkelijke alimentatie niet meer voldaan kan worden en zal moeten worden gewijzigd. Mr. Tjalma staat u graag bij in dergelijke alimentatiekwesties. 

 

Huwelijksvermogen



Gemeenschap van goederen

De meeste mensen zijn in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Dit betekent dat alle bezittingen en schulden die men voor het huwelijk had alsook die men tijdens het huwelijk krijgt gemeenschappelijk zijn. Een schenking of een erfenis die voorzien is van een uitsluitingsclausule behoort overigens niet tot de gemeenschap van goederen. Alle andere schenkingen en erfenissen behoren tot de gemeenschap van goederen en dienen bij echtscheiding verdeeld te worden bij helfte.

Beperkte gemeenschap van goederen
 

Op 1 januari 2018 is de nieuwe wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen in werking getreden. Mensen die na 1 januari 2018 gaan trouwen en geen huwelijkse voorwaarden hebben laten opmaken, trouwen alsdan in een beperkte gemeenschap van goederen. Dit houdt in dat alle bezittingen en schulden uitsluitend aan diegene toebehoren die ze al had ten tijde van het huwelijk. Enkel de bezittingen en schulden die men tijdens het huwelijk verkrijgt, zijn gemeenschappelijk en dienen bij een echtscheiding verdeeld te worden. Voor het geval men tijdens het huwelijk een schenking of een erfenis verkrijgt, valt deze buiten de beperkte gemeenschap van goederen en is het opnemen van een aparte uitsluitingsclausule door de schenker of erflater niet meer noodzakelijk. Enkel een schenking of een erfenis voorzien van een zogenaamde insluitingsclausule behoren tot de beperkte gemeenschap van goederen en dienen bij een scheiding ook verdeeld te worden. 
Voor diegene die voor 1 januari 2018 is gehuwd in gemeenschap van goederen en wil scheiden na 1 januari 2018 geldt het oude recht, dat wil zeggen de wettelijke regels die gelden voor de gemeenschap van goederen van voor 1 januari 2018. 

Huwelijkse voorwaarden

Voorafgaand aan het huwelijk of tijdens het huwelijk kunt u huwelijkse voorwaarden laten opmaken bij een notaris. In deze huwelijkse voorwaarden kunt u afspraken opnemen over het bezit en inkomen van elk der partijen. Ruwweg zijn de voorwaarden in drie belangrijke soorten stelsels in te delen, te weten: koude uitsluiting, beperkte gemeenschappen en verrekenbedingen (periodiek en / of finale verrekenbedingen).